top of page
  • Foto van schrijverPieter Derycke

Speelvechten voor gezinnen.

Dit is een korte begeleidende tekst bij de video ‘speelvechten voor gezinnen’. Vermoedelijk zijn de spelletjes eerder vanzelfsprekend, maar toch een klein beetje uitleg bij de verschillende situaties die in het filmpje aan bod komen.



Kort even enkele basisprincipes:


  1. Plezier is belangrijker dan winnen. Speelvechten is competitief, maar winnen is niet belangrijk. Verder spelen en dus verder plezier beleven is het doel. Maar we willen wel 100% inzet.

  2. Pas de regels aan zodat plezier belangrijker wordt dan winnen. De regels passen zich aan aan de deelnemers, en niet omgekeerd. Als het spel niet leuk is, of op een andere manier niet lukt, pas de regels aan.

  3. Zelf-handicapperen is een ideale manier om ieder gelijke kansen en gelijk plezier te geven. Indien een spelpartner te sterk, te groot, te klein, … is, dan is zelf-handicapperen een manier om het spel gelijk te doen opgaan, en dus leuker te maken. De sterke partner kan bijvoorbeeld maar 1 hand gebruiken, of op 1 been staan, of de ogen dichtdoen, …

  4. Iedereen mag stoppen op elk moment. Speelvechten is intensief, en soms komt iemand in een situatie terecht die niet leuk is. Dit kan zowel fysiek (pijn), emotioneel (angst) als sociaal (dominantie) zijn. Als dit optreedt in beperkte, gedoseerde vorm, is dit helemaal niet slecht, integendeel. Zo leert de persoon met deze stressoren om te gaan. Maar, het is aan die persoon zelf om te bepalen hoe ver zij/hij gaat. Stop is stop!

  5. Start in een goede sfeer, eindig in een goede sfeer.

  6. Spelsignalen zijn belangrijk. Alle zoogdieren spelen, en gebruiken hiervoor sterke spelsignalen, zodat het verschil tussen een spel en echt vechten duidelijk is. Dit is ook zo bij mensen. Vaak zijn deze signalen subtiel en niet verbaal (houding, lach, …). Maar het kan geen kwaad om enkele spelsignalen bewust en duidelijk te gebruiken: handje schudden voor en na het spel, high fives, knuffel, …


Al deze spelvormen zijn mogelijk voor kinderen, ouders en kind(eren), of volwassenen onder elkaar. Echt waar! Als je als volwassene nog eens wil speelvechten, kom dan zeker eens naar een van onze natural movement sessies, waar dit een belangrijk deel van onze filosofie is.


Zoals met alle experimenten, lijkt het verstandig om rustig en gedoseerd te starten. Een keer je jezelf en je partner wat beter kent, elkaars grenzen wat hebt afgetast, kan het speelvechten gerust wat potiger worden.


Ok, tijd voor de spelletjes van de video:

1) Verhinder de partner om recht te staan

Iemand ligt op de grond (kan zowel vanuit ruglig als buiklig), en probeert recht te staan terwijl de andere partner(s) dit verhinderen. Worstelen, duwen, trekken, vasthouden, … mag allemaal, maar het spreekt voor zicht dat we mekaar geen pijn doen.


Is de partner die recht komt duidelijk te sterk, dan kunnen we de regels aanpassen:

  • De sterke partner mag maar 1 hand gebruiken.

  • De sterke partner moet zijn ogen dicht doen.

  • De sterke partner mag maar 1 been gebruiken en proberen recht te komen op 1 been.

Is de verhinderende partner te sterk, dan kan deze:

  • Slechts 1 hand gebruiken

  • Gewoon iets minder kracht gebruiken.


2) Laat de bal niet afpakken.

Simpel, iemand neemt een bal vast, in een bepaalde positie en probeert deze zo lang mogelijk vast te houden, terwijl de andere partner(s) de bal proberen af te pakken. Enkele opties qua positie: buiklig, ruglig, zijlig, zit, stand. Je kunt verschillende soorten bal gebruiken: kleine en grote, een krachtbal. Andere voorwerpen kunnen natuurlijk ook, maar let op de veiligheid.


Is de partner die de bal vasthoudt te sterk, passen we de regels aan:

  • Hij mag maar 1 hand gebruiken

  • Hij mag geen handen gebruiken, maar wel de armen en de rest van het lichaam

  • Hij mag alleen de benen gebruiken om te klemmen

Is de partner die de bal wil veroveren te sterk, dan limiteert deze zichzelf door:

  • Slechts 1 hand te gebruiken

  • Gewoon minder kracht te gebruiken


3) Laat ze je niet op de grond leggen

Weeral een eenvoudig basisprincipe: één partner neemt een bepaalde houding aan, de andere partner(s) proberen haar/hem op de grond te krijgen. Leuke startposities: handen en voeten (‘gewone’ kruippositie en ‘krab-positie’), maar ook op handen en knieën, of een of andere zitpositie op de grond.


Als de partner die verhindert te vallen te sterk is, kan deze bijvoorbeeld 1 steunpunt opofferen: kruiphouding op twee benen en één hand, of twee handen en één been.

Als de partner te makkelijk op de grond te krijgen is, is een stabielere uitgangshouding aan te raden (vb. handen- en knieënstand).



4) Laat je niet omdraaien

Iemand ligt op de grond, in buiklig of ruglig, en probeert zo te blijven liggen. De andere partner(s) proberen haar/hem omgedraaid te krijgen.


5) Krijg je partner van de lijn

Je staat met twee op een afgesproken lijn en probeert de andere van die lijn te krijgen. In het basisspel staan we op twee benen en geven we een hand. We kunnen opbouwen naar hetzelfde, maar dan op 1 been. Iets potiger, maar leuk, is geen hand geven, maar met beide handen vrij contact maken (vastnemen en duwen en trekken, natuurlijk niet slaan, boksen en stampen). Voor een erg leuke variant verplaatsen we het spel omhoog. Bijvoorbeeld op een boomstam, een bank, een evenwichtsbalk. Het spreekt voor zich dat de hoogte extra uitdaging met zich meebrengt…


Is een van de partners te sterk, dan kan je met bovenstaande opties zelf limiteren: op 1 been staan, mag maar 1 hand gebruiken, ogen dicht.


Voilà, dit zijn natuurlijk maar enkele van de vele mogelijkheden en variaties die bestaan. Deze zijn alvast goed en best veilig om mee te beginnen. Pas op, onderschat ze niet, speelvechten is intens, zowel qua inspanning als plezier, ook deze eenvoudige spelletjes.


Hopelijk vind je ze leuk en intensief. Probeer ze, en laat me weten hoe leuk jullie het vonden.


Beweeglijke groet,


Pieter

bottom of page